vrijdag 31 mei 2019

Obei

Obei heeft me te pakken. Ik ken hem al een poosje, maar beschouwde hem gewoon als een baby van iemand anders en ik ben niet van het soort dat koerend boven ieder beginnend kind hangt. Doorgaans ben ik maar één van de vele wonderlijke wezens, die ze bestuderen. En dan hangt het maar om, of ze gaan lachen. Als dat dan gebeurt, beschouw ik dat wel als een enorm compliment, zeker weten, vrijwillig gegeven goedkeuring door een baby, weet ik op waarde te schatten. Vooral vanwege hun angstaanjagende gewoonte om je aan te kijken met ogen die alles weten, van jou, van de wereld, van de mensheid, van het leven.
Obei leek mij net zo min interessant te vinden.

Maar toen ging ik zijn moeder helpen met Nederlands en nu kom ik daarvoor één keer per week bij hem thuis. We hebben elkaar ontdekt. Misschien denken anderen er anders over, denken ze dat het mijn parfum is of mijn ruime vlees dat lekker zacht zit, maar ik weet het zeker, ik heb hem verleid met boeken.

Elke week neem ik een boek mee om met hem te lezen. Nou eh, nee, dat moet ik misschien anders noemen. Lezen is misschien nog een iets te groot woord.
Het eerste boekje kon hem niet boeien. Een boekje waar babydingetjes in staan als flesjes en slabbetjes en luiers.
Het tweede boekje deed het iets beter. Het had bladzijden waar je geluiden uit kunt toveren door op een plekje te drukken. Dat trok zijn aandacht. Even.

Maar toch hoopvol gestemd bleef ik dat boekje meenemen en elke keer keek hij iets langer. De geluidjes boeien hem toch maar matig, ze storen hem evenmin, maar hij houdt het boek liever gesloten omdat het dan beter in zijn mond past. Fijn op mijn schoot op een boekje sabbelen, terwijl zijn moeder vlakbij ijverig zit te werken aan haar taal. Wat wil een mens van bijna één nog meer?

Gisteren had ik een aanwijsboek van Dribbel bij me. groot, dun papier en kleurrijk. Niet mijn lievelingstekeningen, verre van, maar soit, het valt vaak in de smaak bij kinderen. De inhoud liet hij links liggen, maar het gevecht van openen, sluiten en bladzijden omslaan ging hij graag aan.
'Aha,' dacht ik, 'jij wil precies dat, wat je met een Ipad of een telefoon niet kunt. Let maar op, jij gaat van boeken houden.'

Vandaag bracht de post als geroepen het perfecte boekje voor Obei. Je kunt het klein en groot vouwen, lang en puntig maken, het kan tegen een stootje, het is kleurig, zonder tekst en heeft als niks anders werkt drie punten die in zijn mond passen.

Dit leesexemplaar krijgt deze zomer een proefondervindelijk stukje in de Limburger. Ik verheug me op volgende week.

zondag 19 mei 2019

bermbuur

Deze week  stond er opeens een tractor op de berm in onze straat. Nou ja, hij zal er wel zelf opgereden zijn, maar voor mij was het opeens, want die berm, daar gaan we met een paar mensen uit de straat voor zorgen. De afspraak was dat de gemeente maait en dat wij dan na een paar dagen het losse gras eraf harken. Ik had alleen gedacht dat we van tevoren even een seintje zouden krijgen, zodat we iets met elkaar konden afspreken. Dat werd nu wat lastiger.
De eerste paar dagen zaten wat mij betreft sowieso nogal vol, dus prikten we (mijn zoon en ik dan maar) de zondagmorgen. Vanmorgen was er perfect voor. niet te koud, niet te zonnig, het gras was droog genoeg om bij elkaar te harken en nat genoeg om geen hooikoortsellende te veroorzaken. Ik had niets gebakken, omdat ik niet verwachtte dat er op zo korte termijn nog mensen bij zouden kunnen springen. En al dat lekkers moet ook weer op. Een kleine anderhalf uur waren we met zijn tweetjes bezig. Meer niet want voor  het gras zorgt de gemeente. Daar hoefden we maar een hoop van te maken.  En ik heb een bermbuurgroepsapp gemaakt, zodat ik in het vervolg iedereen snel kan bereiken. Alleen nog wat telefoonnummers verzamelen.